Oplossingsgerichte therapie werkt grotendeels met vragen aan en opdrachten voor de cliƫnt. Allereerst vraagt de therapeut wat u zou willen veranderen aan het probleem. Uit die wensen wordt een thema gekozen waaraan gewerkt gaat worden. Vervolgens kunt u aan de slag met een scala van vragen en opdrachten.
We hanteren de volgende uitgangspunten:
- Als iets werkt, doe er dan meer van.
- Als iets niet werkt, doe er dan minder van; doe dan iets anders.
- De oplossing hoeft geen verband te hebben met het probleem.
Denk dus niet (alleen) lineair. - Verandering vindt voortdurend plaats en is onvermijdelijk:
alles verandert altijd, stabiliteit is een illusie. - Als iets ok of goed genoeg is, ga er dan niet aan ‘sleutelen’.
- ‘Zoom in’, vertraag en vraag naar details:
kleine stapjes kunnen voor grote veranderingen zorgen.
Oplossingsgericht werken houdt dus in dat we steeds samen zoeken naar wat wel goed gaat.