Een belangrijk uitgangspunt van cliëntgerichte therapie is dat psychisch welzijn samenhangt met de mogelijkheid om, binnen de gegevenheden van ons leven, onszelf te zijn en ons verder als mens te ontwikkelen. In een omgeving die voldoende veiligheid biedt, kan men zich het beste ontplooien. Door een onveilige buiten- of binnenwereld kan dit proces van ontwikkeling stagneren en kunnen klachten ontstaan. U voelt zich bijvoorbeeld somber, gespannen of u hebt het gevoel vast te lopen. In een cliëntgerichte therapie gaat het over deze klachten en de problemen waarmee deze klachten samenhangen.
Het zicht krijgen op deze persoonlijke problemen gaat beter wanneer iemand in contact is met zichzelf, met het eigen innerlijk, dus niet alleen met zijn gedachten maar vooral ook met zijn gevoelens. Door in gesprek te komen over deze gevoelens en gedachten, kunt u uw problemen onderzoeken en ontdekken hoe u hierin verder kunt komen.
Een cliëntgerichte therapie is persoonsgericht, dat wil zeggen dat de therapeut niet uw psychische ‘stoornis’ als uitgangspunt neemt, maar u aanspreekt als persoon en met u onderzoekt hoe het komt dat u, met uw voorgeschiedenis en toekomstverwachting, op dit moment klachten heeft. Het gaat er hierbij niet zozeer om hoe de therapeut uw problemen ziet, maar vooral om de betekenis die ze voor u hebben.
In een cliëntgerichte psychotherapie kunt u meer zicht krijgen op uzelf, niet alleen op de problematische kanten, maar ook de sterke kanten van uw persoonlijkheid, die u zich soms onvoldoende heeft kunnen toe-eigenen. Ook kan het zijn dat u zich realiseert dat u meer of andere dingen van uzelf eist of verwacht dan bij u passen. Door uw beperkingen onder ogen te zien en meer gebruik te maken van uw mogelijkheden kunt u er beter in slagen om met moeilijke situaties in uw leven om te gaan.